1) Link de tijdsgeest van fin de siècle aan de kenmerken van naturalistische literatuur en illustreer met enkele auteurs en teksten
2) Hoe staat het werk van Mulisch en Kellendonk tegenover het thema 'geschiedenis' en licht hun poëtica en stroming toe
3) Fragment van Jol waar de hond op de markt wordt gekocht: hoe past dit fragment in de structuur van het verhaal en leg uit welke plaats dit fragment in het verhaal inneemt
4) Context van Zetternam geven (sociaal historisch en literair) en uitleggen waarom Mijnheer Luchtervelde al dan niet kritisch is op het maatschappijbeeld
5) Fragment uit Jan, Jannetje en hun jongste kind. Aan de hand van de stijl en vertelwijze van het fragment uitleggen waarom het tot een bepaalde stroming hoort
6) Historische achtergrond, poëtica en literaire doorwerking van Multatuli
7) Vergelijking literatuuropvatting Walschap en Couperus
8) Aan de hand van een fragment uit Het Boek Alfa Michiels gaan situeren, stijl duiden
9) Fragment Noodlot (situeren, stijl geven)
10) Nieuwe Zakelijkheid (wat, waar, wanneer, wie)
11) Anton Bergmanns (wat, waar, wanneer, wie)
12) De thematiek van 'de waarheid' bespreken in Max Havelaar
13) Het verschil tussen laatmodernisme en postmodernisme uitleggen aan de hand van Het Stenen Bruidsbed
14) Fragment uit Camera Obscura, stijl etc bespreken
15) Fragment uit Mystiek Lichaam van Kellendonk: Situeer het fragment qua stroming en thematiek.
2016 - 2017: Professor Lars Bernaerts
1) Periode 1820-1870 qua proza uitleggen
2) Vergelijking tussen Noodlot en Houtekiet op vlak van menselijke natuur + situeren in de historische context
3) Een tekstfragment van Mulisch dat je moet situeren in de roman en dan vanuit het fragment uitleg geven over de stroming en de poëtica van de auteur
4) De literaire tendensen van 1975 - 2015 uitleggen en in verband brengen met de context
5) Sleeckx binnen de literaire tendensen van de 19e eeuw en concreet a.d.h.v. op 't eksterlaar
6) Stukje uit de proloog van het boek alfa situeren en de stijl en centrale ideëen uitleggen
2018 - 2019: Professor Lars Bernaerts
1) Vergelijk de verteller in Camera obscura met Droogstoppel uit Max Havelaar op vlak van karakterisering, stijl en poëtica.
2) Plaats het fragment over Deps in de roman (i.e. Houtekiet) en leg de thematiek uit.
3) Bespreek ontidealisering en idealisering bij Mijnheer Luchtervelde. Plaats het werk ook in de extraliteraire context.
4) Bespreek de kenmerken van de avant-gardeperiode en het modernisme in het interbellum.
5) Waarom kan je Max Havelaar ook als een postmoderne roman lezen?
6) Situeer het fragment uit Houtekiet en bespreek de ontwikkeling die het boek doormaakt.
7) Bespreek de extraliteraire en literaire context van de periode 1975 t.e.m. 2015.
8) Verbind Zetternam met de romantische en realistische stroming (i.e. sociale kritiek, dubbele moraal, idealisering en ontidealisering), alsook zijn navolging (Buysse, Boon).
9) Verbind de openingspassage van Jan, Jannetjes en hun jongste kind met de romantiek en het realisme.
2019 - 2020: Professor Lars Bernaerts
1) Situeer fragment uit proloog Het Boek Alfa van Ivo Michiels (literaire context, uitleg verhaal en stijl)
2) Wat heeft Jacob Van Lennep te maken met Max Havelaar?
3) Leg uit wat de gestencilde revolutie is.
4) Waarom is de roman Eva modernistisch?
5) Wat zijn de 1e historische romans van Consience?
6) Waarom valt De man die zijn haar kort liet knippen onder magisch realisme?