2) Geef en leg de verschillende functies en fases van de het taalgebruik uit. Illustreer met voorbeelden.
3) Geef de verschillende manieren waarop germaanse woorden in de taal zijn gekomen + lexicologische en fonetische veranderingen. Illustreer met concrete voorbeelden.
4) Leg uit wat 'rasgos supersegmentales" zijn en geef de verschillende functies.
5) Leg uit wat 'analisis componencial' is + pas toe op het woord 'zapato'.