1) Bouw een complexe zin met vier deelzinnen die voldoet aan de volgende criteria: -er moeten één dominerende zin en drie afhankelijke zinnen zijn; -van de afhankelijke zinnen is er één een veralgemenende vraag; -de twee andere zijn nevengeschikte beknopte infinitiefzinnen die een zinsdeel in extrapositie bevatten; -de nevenschikking is conjunctief; -de twee infinitiefzinnen staan het voorveld van de dominerende zin; -het achterveld van de onafhankelijke zin is leeg; -de hoofdzin bestaat uit een onvolledig onpersoonlijk passief met onergatief werkwoord

2) Leg de theorie van Arie Verhagen in zijn artikel 'Finite Complements - putting conceptualizers on stage' toe op volgend artikel.

3) Kunnen de werkwoorden 'proberen' en 'wensen' groepsvormend of pseudo-groepsvormend gebruikt worden? Leg uit aan de hand van voorbeelden.

1) Schrijf een onderzoeksvoorstel om te motiveren waarom het interessant is onderzoek te doen naar de rechterperiferie van de zin.