1e bachelor: Inleiding tot taal- en tekststructuren
2006 - 2007: Professor Klaas Willems
1) Analyseer alle relevante linguïstieke aspecten van de taal op onderstaand fragment. Definieer alle gebruikte termen. Tekst: Persoon A stuurt een sms naar persoon B met de melding dat zijn trein vertraging heeft, dat zijn belkrediet op is, en met de vraag of persoon B even kan bellen. Daarna een dialoog van 10 regels tussen persoon A en B
2) adhv een campagnefoldertje: geef alle teksfuncties
3) Cartoon: bespreek de soorten tekens aan de hand van deze cartoon (+ toelichten) + bespreek een aspect uit de vertaalwetenschap en licht toe aan de hand van deze cartoon
2007 - 2008: Professor Willems Klaas
1) Fragment: Krantenartikel over een jongeman die uit verveling een nepmail stuurde naar het Witte Huis (lees: dreigbrief), en meteen werd ondervraagd door de Belgische politie. Vraag: Bespreek het begrip 'context' en illustreer aan de hand van dit artikel.
2007 - 2008: Professor Stijn verleyen (vervanging van Klaas Willems)
1) Inhoudelijke en functionele tekstypen: bespreek de 3 gegeven tekstfragmentjes en hun bijhorende teksttype a.d.h.v. institutionaliseringsgraad, formele en pragmatische criteria.
2008 - 2009: Professor Klaas Willems
1) Illustreer aan de hand van gegeven tekstfragment:
* Thema en rhema
* Coreferentie en deixis
* Hiërarchische structuur
2) Bespreek een gegeven reclameboodschap aan de hand van het model van Jakobson.
3) Illustreer aan de hand van een tekstfragment: 1. referentie en betekenis 2. Coreferentie en deixis 3.Hiërarchische structuur 4. impliciete inhouden
Bart De wever neemt exclusief voor Knack zijn persoonlijke aantekeningen over de zenuwslopende communautaire onderhandelingen nog eens door. (...) + citaat van Bart in de trant van "We hadden met onze partij een goed programma opgesteld. We waren goed bezig. Tot het Belgische establishment daar anders over besliste."
2009 - 2010: Professor Klaas Willems
1) Open vraag: leg volgende begrippen uit: impliciete inhouden, organonmodel en deixis en pas ze toe op een gegeven dialoog.
2009 - 2010: Professor Willems Klaas
1) open vraag - Bespreek volgende 10 zinnen -> het gaat over de verschillende vormen versprekingen.
2) leg de constitutieve principes van tekstopbouw uit adhv een krantenartikel
2010 - 2011: Professor Klaas Willems
1) Open vraag (uit tekstenbundel): Bespreek de verschillen en gelijkenissen tussen gebarentaal en gesproken taal en gebruik onderstaande voorbeelden (en dan tekeningen met verschillende gebaren)
2) Open vraag (uit tekstenbundel): Bespreek de verschillen en gelijkenissen tussen gebarentaal en gesproken taal en gebruik onderstaande voorbeelden (en dan tekeningen met verschillende gebaren)
3) Leg aan de hand van een reclame de begrippen context en implicatie uit en definieer alle begrippen die aan bod komen
4) Geef bij een aantal gegeven vertalingen (bron en doelvertaling zijn gegeven) de gebruikte vertaalstrategieën en bespreek deze.
5) Leg aan de hand van een reclame de begrippen context en implicatie uit en definieer alle begrippen die aan bod komen
6) Geef bij een aantal gegeven vertalingen (bron en doelvertaling zijn gegeven) de gebruikte vertaalstrategieën en bespreek deze.
7) Dialoog bespreken a.d.h.v. het organonmodel, impliciete inhouden en deixis. [Een gesprek tussen iemand die net mondeling examen had gehad (van taal- en tekststructuren wellicht) en iemand die wou weten wat de prof had gevraagd.]
2011-2012: Professor Klaas Willems
1) Bij een cartoon: De tekentheorie van Peirce toepassen en een element van de vertaalwetenschap bespreken ahv de cartoon.
2) Affiche van een snelheidscampagne waarop een meisje staat afgebeeld geschminkt als kat en de tekst 'ik heb geen negen levens'. Vraag: Pas de constitutieve principes toe die het belangrijkst zijn voor de opbouw van deze tekst. 2de vraag: De expliciete en impliciete inhouden toelichten
2011-2012: Professor Willems Klaas
1) Bespreek de verschillen en gelijkenissen tussen gebarentaal en gesproken taal en maak gebruik van de gegeven illustraties om dit te verduidelijken
2012 - 2013: Professor Klaas Willems
1) Pas het model van Jakobson (6 tekstfuncties) toe op deze afbeelding. (Het was een affiche van de Europese Socialisten, waarop het hoofd van Geert Wilders stond en de boodschap 'EXTREMIST - brengt u en uw omgeving ernstige schade toe'. Het geheel leek op een sigarettenpakje). Leg ook de link met intralinguale transfer.
2017 - 2018: Professor Klaas Willems
1) Welke van de onderstaande teksten voldoen aan de volgende voorwaarden?
- bevat anaforische elementen - hoge institutionalisering - zowel verhalend als informatief
2) Twee afbeeldingen van gebarentaaltekens. Welke kenmerken hebben deze tekens gemeen.
- handvorm, oriëntatie en locatie wel, plaats niet - beweging en oriëntatie wel, plaats en handvorm niet - plaats, handvorm en beweging wel, oriëntatie niet
3) De Blandijnberg tijdens de blok: nog nooit is er meer lawaai geweest.
- er is hier geen sprake van ambiguïteit - er is hier zowel lexicale als structurele ambiguïteit - er is hier sprake van lexicale ambiguïteit, maar niet van structurele ambiguïteit - er is hier sprake van structurele ambiguïteit, maar niet van lexicale ambiguïteit
4) Met welke betekenisverandering hebben we te maken bij het woord "muis": 'klein knaagdier' > 'computeraccessoire'?
- betekenisoverdracht - betekenisverruiming - pejorisatie of meliorisatie - betekenisverenging
2020 - 2021: Professor Klaas Willems
1) INFO: 50 mc vragen, 3 tot 5 opties, 1 juist of 1 fout
2) Duid de juiste volgorde i.v.m. de ontwikkeling van schriftsystemen aan:
pictogram, logogram, syllabogram, medeklinkeralfabet, volwaardig alfabet (juist)
3) Welk van de onderstaande reeksen bevat enkel afleidingen (andere telkens minstens 1 samenstelling)
a) Bekering, beheersing ….
b) Speelster, dwergster, …
c) Wandelaar, tarweaar?,
d) ?
4) Twee zinnen met coreferentie en/of deixis
Juiste combinatie aanduiden
5) Welke term past niet in het organon model (K Buhler)
a) appèl
b) apperceptieve aanvulling
c) abstractieve relevantie