Onafhankelijk tijdschrift voor en door studenten Taal- en Letterkunde aan de Universiteit Gent
Onafhankelijk tijdschrift voor en door studenten Taal- en Letterkunde aan de Universiteit Gent

Over Mannelijkheden

Over Mannelijkheden
Door Guillaume Vanhulle op 20 december 2016
Wie gender zegt, zegt feminisme. Wie feminisme zegt, zegt de strijd voor de rechten voor de vrouw. Feminisme is echter meer dan dat. Het gaat om gelijkheid tussen alle mannen en vrouwen, ongeacht hun seksuele geaardheid, leeftijd, etniciteit, sociale klasse, enzovoort. Gelijkheid in de zin die Joan W. Scott eraan gaf: het erkennen van verschil tussen de mensen. Vaak wordt de nadruk op die gelijkheid achterwege gelaten en is er enkel oog voor de vrouwen. Op dat gebied is er inderdaad nog werk aan de winkel, maar we mogen de mannen ook niet uit het oog verliezen. Ik geloof dat de ongelijkheid onder mannen – of beter tussen verschillende ‘mannelijkheden’ – één van de oorzaken is voor de ongelijkheid in de wereld.
We hebben allemaal een idee van hoe een “échte man” zich moet gedragen. Dit begrip roept dan ook enkele stereotypen op: een échte man is een stoere, sterke man die niet huilt en niet altijd even vrouwvriendelijk is. Die macho stereotypen blijven nog steeds hangen rond het begrip ‘man’ en worden in de media nog dagelijks in leven gehouden. Denk maar aan het beeld van mannen dat in hiphop-muziek wordt opgehangen. Mannen vinden het dan ook vaak nodig om hun mannelijkheid aan elkaar te bewijzen en daardoor verliezen ze hun authentieke zelf. Academici, zoals R.W. Connell, hebben die perceptie van de “échte man” benoemd met de term hegemonic masculinity. Hegemonic masculinity is dus een soort prototype van het man-zijn waar iedere man naartoe zou moeten streven om aanvaard te kunnen worden en om macht te kunnen hebben. Dat soort mannelijkheid is, net zoals gender, een socio-culturele, historische constructie en kan dus verschillen naargelang de context. Dat prototype zorgt ook voor het in stand houden van de dominantie van mannen tegenover vrouwen en ‘abnormale’ mannen.
Naast de perceptie van wat een échte man moet zijn en hoe mannen zich moeten gedragen, zijn er nog andere mannelijkheden. Die zijn niet gelijk aan de norm en daarom worden ze niet geaccepteerd, buitengesloten of gediscrimineerd. Er zijn voorbeelden genoeg die onze denigrerende blik op die andere mannelijkheden uitdrukken: mietjes, sissy boys, jeannetten, enzovoort. Die niet-aanvaarde mannelijkheden worden dan subordinate masculinities genoemd.
Een voorbeeld van een groep die onder de noemer van subordinate masculinities valt, zijn homoseksuele mannen. Een reden waarom queer mannen niet volledig geaccepteerd worden in onze maatschappij ligt in het feit dat zij vaak niet voldoen aan die norm van mannelijkheid. Ik denk dat het hoog tijd is dat net dáár ook meer aandacht op gericht wordt. Een biologische man gedraagt zich niet per definitie zoals een “échte man”.
Het lijkt erop dat we nog steeds niet aanvaard hebben dat er in ieder van ons zowel mannelijke als vrouwelijk elementen zitten. Dat zorgt ervoor dat mannen die niet voldoen aan de norm de keuze hebben om ofwel zich anders te gedragen dan ze werkelijk willen, ofwel om discriminatie en (verbale) agressie te leren tolereren. Uiteraard hebben niet enkel mannen dat probleem maar zijn er ook vrouwen die er volgens sommigen iets mannelijker uitzien en hiermee geconfronteerd worden. Die confrontatie komt uit het feit dat de “échte mannen”, die dat idee van mannelijkheid in stand willen houden (net zoals de macht die eraan verbonden is), de ‘abnormale’ mannen en vrouwen zien als een bedreiging voor hun macht. Mannen kunnen en moéten ook feministen zijn, omdat zij ook moeten streven naar gelijkheid – zowel tussen mannen onderling als tussen alle andere personen – en acceptatie van alle vormen van mens-zijn.
Ik denk dat feminisme ook een antwoord kan zijn op de nood om de ongelijkheid onder mannen aan te pakken en te aanvaarden. Uit het verleden is al gebleken dat feministen, LGBTQ-activisten en anti-slavernijactivisten konden samenwerken om meer gelijkheid te verkrijgen in de wereld. We zijn al ver gevorderd maar we zijn er nog niet helemaal. De situatie die ik hier heb proberen schetsen, verdient volgens mij meer aandacht. Wij, als samenleving, kunnen veel doen om de nieuwe generatie veel toleranter te maken voor verschillende soorten mannelijkheden (en vrouwelijkheden) – of kortom: soorten van mens-zijn. Diversiteit is een uitdaging, maar in de positieve zin van het woord. Diversiteit maakt ons rijker doordat het ons meer facetten toont van het leven waardoor we elkaar beter kunnen begrijpen. Diversiteit maakt ons sterker. L’union ne fait pas la force, mais la diversité la fait.
Guillaume Vanhulle
Over de auteur