Wanneer ik droom in stil en zoet gepeins
Wanneer ik droom in stil en zoet gepeins
Wanneer ik droom in stil en zoet gepeins
en tegelijk iets over liefde schrijf,
Dan ben jij daar – en dáár! – in al het fijns,
Dan draai jij daar, rond ’s Hemels grote schijf.
Doorklief mijn ziel met pijlen van jouw vuur!
Ontsteek de lont der liefde in mijn hart!
Mijn liefdesleed is van te lange duur;
Zweef nu hierheen – ja, nu! – ontneem mijn smart!
Haal deze laffe dichter uit zijn droom
Beroof mij van mijn inkt en veren – snel!
Op dit papier blijf jij een strak fantoom;
Word werkelijkheid en wees mijn metgezel!
Reis ik vandaag met jou naar Amors rijk?
Mag dat van jou, van ‘t grote Godenrijk?
Over de auteur
Scriptor 17-18. Verwende mocro, verslaafd aan het nieuws, de fiets en Gent.