Ik wil mijn leven op briefjes schrijven
Zodat ik nooit meer iets kan vergeten
Ik laat ze glijden over de wolken
En kruipen over het gras
Alles om niet te vergeten
Hoe gisteren, hoe vandaag was
‘Troubadour’, zo beschrijft T’Sjoen (1994:777) een vergeten Gust Gils - per definitie een zanger van zijn tijd of een verteller van contemporaine verhalen. Ook in zijn bundel Levend Voorwerp (Gils 2017) lijkt de dichter die rol naar hartenlust te spelen.
Onze kloostertuin is niet alleen de habitat van de nieuwjaarskabouters (zie mijn vorig schrijfsel), hij biedt ook onderdak aan onze camouflagekabouter. Foto 1 maakt wellicht meteen duidelijk waar zijn naam vandaan komt.
Intussen zitten we al drie weken en drie dagen opgesloten in een waan van quarantaine. Tegen de tijd dat dit artikel online zal verschijnen kun je daar nog honderden weken, dagen, uren en zelfs seconden bijtellen. But hey! Who’s keeping count anyway? Je bent ondertussen al door Fifty Shades heen – het boek heb je overgeslagen en je hebt gewoon snelweg door mijn vorige recensie gescrold. Nu weet je natuurlijk niet meer wat je met je tijd moet aanvangen. Je zou natuurlijk een boek kunnen openslaan voor een taak, zoals de Divina Commedia of Frankenstein - je zou zelfs een echt leerboek kunnen bekijken, zoals dat van Historische Kritiek… Maar laten we eerlijk zijn: dat zijn niet bepaald boeken die je smeken snel verder te lezen. Nu ja, het boek dat we hier gaan bespreken ook niet per se, maar laten we eerlijk zijn – je hebt ook niets beters te doen dan deze recensie verder te lezen.